Op 1 been glijden is niet makkelijk maar het is belangrijk dat je het kan. Dit omdat je bij schaatsen altijd op 1 been staat. Om deze oefening zo goed mogelijk uit te voeren moet je goed in de schaatshouding gaan zitten en zorgen dat je zo laag mogelijk zit. Daarnaast sta je recht op het ijzer en kom je lichtjes op de binnen- en buitenkant van de schaats om recht op te blijven en niet te vallen.
Variaties:
- Zo lang mogelijk op één been glijden.
- Van pylon tot pylon op één been glijden.
- Op één of twee been glijden tussen twee liggende pylonen door.
- X aantal tellen op één been glijden.
- Schaats onder je navel plaatsen.
- Foto maken van je schaats (= onder je plaatsen).
- Het ijs staat onder stroom! Je mag maar met 1 schaats tegelijk op het ijs staan. Je moet bijna springend van het ene naar het andere been.
- Schaatsen in een ritme (zingen van woorden, eigen naam, dier, lettergrepen).