Autorijden

Het verhaal

Wie heeft er wel eens in een auto gezeten? Wat kom je allemaal tegen in de auto?

De vorm

Jij bent de voorste, de kinderen mogen jou niet inhalen en luisteren naar jouw commando’s.

De commando’s

  • Stoplicht = Remmen (gaan ze jou voorbij dan krijgen ze een boete).
  • Tunnel = Bukken
  • Snelweg = Snel schaatsen
  • File = Slow motion schaatsen
  • Hobbel = Springen
  • Slippen = Rondjes draaien (pirouet)
  • Wegversmalling = Glijden met voeten bij elkaar, eventueel één voet optillen.
  • Achteruit inparkeren = Omdraaien en achteruit verder schaatsen
  • Botsing = Glijden op je billen
  • Circuit = Je mag (een rondje) zo snel als je kan (uitleggen wat een circuit is).
  • Etc.

Variatie

Een leuk alternatief is het videospel. De kinderen zijn dan een film en worden door de afstandsbediening bestuurd:

  • Play = Gewoon schaatsen
  • Terugspoelen = Achteruit schaatsen
  • Doorspoelen = Snel schaatsen
  • Pauze = niet bewegen, het beeld staat stil
  • Stop = Remmen
  • Eject = Glijden op je billen, de video valt uit de speler

Je kunt vertellen in wat voor scene de kinderen zich bevinden, bijvoorbeeld Cowboys, Liefde of Disneyfilms. Zo kun je ze op verschillende manieren laten bewegen of stilstaan.

Reageer