Schaatsen

Een oefening om de enkel te trainer en langer te glijden op één been.

Een oefening waarbij een goed reactievermogen goed van pas komt…

Op een spelende manier leren remmen. Deze opdracht is erg leuk om uit te voeren met beginnende (jeugd)schaatsers.

Het spel dat bij zowel de jonge als de wat oudere kinderen het meest geliefd is, is het stoplichtenspel.

Deze lessen zijn voorbereid in het kader van een actie van het tvprogramma Zappsport een groep kinderen in vier schaatslessen werd voorbereid op het schaatsen van een toertocht.

Op lage snelheid afwisselend het linkerbeen over het rechterbeen plaatsen en vice versa.

Je hebt hier materiaal voor nodig: 2 houten stokken, 2 markeringshoedjes.

Pylonnen dans (vergelijk stoelendans): Kinderen rijden om pylonen heen en bij stop zoeken ze allemaal een pylon op en gaan ze er bij zitten, er is er natuurlijk altijd een te weinig.

Schaatsen op woorden van twee, drie lettergrepen, je eigen naam of hele zinnen. Bijvoorbeeld; “schaats-en”, ” a- jax”, “ijsbaan”,”duo-sport”, “pin-da-kaas”.

Het ijs staat onder stroom! Je mag maar met 1 schaats tegelijk op het ijs staan. Je moet bijna springend van het ene naar het andere been.

Maak twee of meer partijen en laat ze elk achter een pylon achter elkaar staan, aan de overkant staat een pylon waar ze moeten keren. Op het signaal van de instructeur schaatsen de voorste kinderen van elke groep zo snel mogelijk naar het keerpunt en weer terug. Terug bij hun eigen groep moeten ze of […]

Wal – Reddingsboten – Schip. Een actief reactiespel om te oefenen met schaatsen en remmen.

De kinderen maken met bijv. 4 kinderen een treintje, het achterste kind is de staart van de draak. Een vijfde kind is de “staartenvanger” en gaat proberen de staart van de draak te tikken. De draak moet dmv schijnbewegingen de staart beschermen. Wordt de staart toch gevangen dan wordt de staartenvanger het achterste deel van […]

Afwisselend heel diep schaatsen en dan weer heel rechtop. Probeer zo snel mogelijk te reageren op de signalen van de instructeur (of van een mede leerling).

Korte sprintjes vanuit ongewone houdingen zoals zitten, liggen, op buik/ rug, met rug naar rijrichting, gehurkt etc.etc.

Iedereen heeft 5 punten, de instructeur of een kind rijdt voorop, als hij zich omdraait moet iedereen zo snel mogelijk stilstaan. Als je niet stil staat gaat er een punt af etc. etc.

Maak met stokken of hoedjes een ‘wak’. Laat de kinderen aanschaatsen en remmen voor het wak. Je moet op tijd stilstaan, anders heb je een nat pak!

1 Kind is Anna-Maria Koekoek en staat met de rug naar de andere kinderen die naast elkaar op een lijn staan. De kinderen gaan heel zachtjes richting Anna-Maria rijden, Anna-Maria roept heel hard “ANNA MARIA KOEKOEEEEEEK” en draait zich om , de kinderen moeten nu helemaal stil staan ,als Anna-Maria een kind ziet bewegen is […]

Baken een veld af met pylonen. Maak een doel. Trainer is keeper, heeft een stock. Kinderen komen een voor een op de keeper af, bewegen een hoedje voort met een stok. Moeten het hoedje langs de keeper in het doel manoeuvreren.

Probeer het rechte eind te schaatsen met zo min mogelijk slagen. Tel ze. Na afloop mag iedereen zeggen wat zijn/haar record is.

Uitwerken.

Geruisloos schaatsen (schaats maar achter me aan, maar ik mag je niet horen).

Rijden naar een lage hindernis, vlak ervoor remmen, eroverheen stappen en doorschaatsen (kan heel goed in een pylonenbaantje).

Videospel (normaal, versneld, vertraagd, stilzetten, terugspoelen, stop).