Didactiek betekent letterlijk: ‘de kunst van het onderwijzen’, kort gezegd: ‘onderwijsleer’.
Welke keuzes maakt de instructeur tijdens de voorbereiding en uitvoering van de les. Didactische keuzes die gemaakt worden zijn: wat vertel ik, hoe vertel ik het, hoe lang praat ik, hoe lang schaatsen of oefenen de cursisten, wanneer geef ik feedback, waar geef ik feedback, doe ik het voor, schaats ik mee enzovoort. Al deze keuzes hebben invloed op het leerproces van de pupil.
Een van de belangrijkste elementen bij de didactiek is hoe presenteer ik mezelf. We hebben het dan over stemgebruik, oogcontact met de pupillen en lichaamstaal.
- Stemgebruik
Goede articulatie met intonatie, enthousiasme, verstaanbaar, aandacht trekken en richting de pupillen. - Oogcontact
Met meerdere pupillen, maar niet te vluchtig. Je kom hierdoor beter over en trekt bovendien de aandacht naar je toe. - Lichaamstaal
Hoe kom je over: een lach op je gezicht, de borst vooruit, niet de armen over elkaar of de handen in de zakken en een ontspannen en open houding, vertrouwen uitstralen richting pupillen. Op het moment dat je je minder voelt, moet je proberen toch een zonnetje op je gezicht te toveren en er tegenaan te gaan. Je bent toch het visitekaartje van de club.
Ook is er verschil in de wijze waarop je pupillen van verschillende leeftijden benadert: