Vooral tussen de 7/8 jarigen en de 9/10/11 jarigen zie je een grote sprong in de ontwikkeling. Deze sprong is ook te zien in hoe instructeurs de les aan 9/10/11 jarigen vormgeven.
Algemene kenmerken
- Verfijnde motoriek
- Probleem oplossend leren
- Goed samenwerken
- Technische aanwijzing geven
Biologische ontwikkeling
- Jongens zijn vaak wat zwaarder en meisjes wat langer.
- Betere spierbeheersing en fijne motoriek, ontwikkeling van evenwicht, ritmegevoel en reactievermogen.
- Ontwikkelt het aëroob vermogen, kan steeds langer achter elkaar schaatsen zonder heel moe te worden.
Cognitieve ontwikkeling
- Op het gebied van kennis neemt het kind feiten niet zonder meer als waar aan. Je technische verhaal moet steeds duidelijker zijn.
- Het kind leert graag op een betekenisvolle manier. Opdrachten/oefeningen moeten steeds meer met een duidelijk doel gegeven worden.
- Er is nog steeds sprake van snelle variaties in aandacht en interesse en kinderen zijn nog steeds erg leergierig.
Sociale ontwikkeling
- De sociale omgeving wordt vergroot, kinderen leren graag op een sociale manier. Bijvoorbeeld: opdrachten in 2-tallen of groepjes.
- Als instructeur ben je steeds vaker een identificatiefiguur. Er is sprake van modelling.
- Taal als communicatiemiddel speelt een steeds grotere rol