Vaardigheidstest 4.2 Starten

Het kind staat bij de wachtstreep en schaatst naar de startstreep, het kind neemt bij de startstreep de starthouding aan en wacht op een signaal. Na het signaal wordt gestart en rijdt het kind weg door het voorste been op te tillen en met het achterste been af te zetten. Het kind rijdt 10 tot 15 meter.

Aandachtspunten:

  • aannemen van de starthouding (richting schouders);
  • balans bij de start;
  • wegrijden door tegelijkertijd optillen van het voorste been en afzetten met het achterste been.

Reageer