Het kind staat bij de wachtstreep en rolt naar het startvak. Het kind neemt bij het startvak de
starthouding aan en start indien gereed. Bij de start en rijdt het kind weg door het voorste been
schuin in het vak geplaatst op de grond te houden en met het achterste been een pas te maken over
het vak en daarna af te zetten. Het kind gaat na ongeveer 8 passen over op rijden.
Aandachtspunten:
- aannemen van de specifieke starthouding (plaatsing voeten);
- balans bij de start;
- wegrijden door valbeweging te maken.