Na niveau 7 heb je een goede houding, goede afzet en een goede balans. Je leert bovendien nog beter de bocht te nemen en je leert een wedstrijdstart. Nog altijd is er bij het inlineskaten op dit niveau veel aandacht voor het rijden op één been. Daarnaast leer je hindernissen te nemen, je verbetert je remtechniek en je leert nog beter overstappen in de bocht.
Vaardigheidstest 7.1 Rijden op één been
Het kind kan na het aanrijden, 25 meter in de basishouding (kniehoek tussen 90 en 100 graden)rollen op één been met de handen op de rug en recht op de inline‐skates een slalomparkoers nemen. Aandachtspunt: linker‐ en rechterbeen uitvoeren.
Lees verder »Vaardigheidstest 7.2 Rijden van een hindernis
Het kind kan na het aanrijden een trottoir op‐ en afrijden. Aandachtspunten: nemen van obstakels altijd in de lange stand; gewicht in het midden van beide skates; troittoir op, opstappen niet springen frontaal en diagonaal.
Lees verder »Vaardigheidstest 7.3 Totaalbeeld bocht
Het kind kan de bocht rijden in de basishouding (kniehoek tussen 90‐100) graden met de romphorizontaal, een ontspannen armzwaai in de bocht en een juiste hoofdhouding. Aandachtspunten: bocht zowel links‐ als rechtsom uitvoeren
Lees verder »Vaardigheidstest 7.4 Remtechniek sleepstop
Het kind kan rijdend op een juiste en stabiele (neuswiel aan de grond) wijze de sleepstop uitvoerdoor vanuit de basishouding de rechter skate op het neuswiel naar achter te laten uitrollen, dezeskate achter met vier wielen vlak op de grond te plaatsen en mee te slepen, daarbij wordt hetbovenlichaam omhoog gebracht. Vervolgens wordt het sleepbeen […]
Lees verder »Vaardigheidstest 7.5 Overstappen en afzet
Het kind kan vanaf het rechte eind aanrijden in de basishouding en in een vloeiende beweging (met overstappen) een bocht rijden waarbij de afzet‐skate zoveel mogelijk met de wielen aan de grond blijft.
Lees verder »