Het kind kan rijdend op een juiste en stabiele (neuswiel aan de grond) wijze de sleepstop uitvoer
door vanuit de basishouding de rechter skate op het neuswiel naar achter te laten uitrollen, deze
skate achter met vier wielen vlak op de grond te plaatsen en mee te slepen, daarbij wordt het
bovenlichaam omhoog gebracht. Vervolgens wordt het sleepbeen bijgetrokken en de druk
opgevoerd, in de eindpositie sluit de sleepskate aan bij voorste skate in de T‐positie.
Aandachtspunt:
- bij de onstabiele wijze rolt de skate niet op het neuswiel naar achter maar wordt naar achter door de lucht geplaatst.